zaterdag, oktober 28, 2006

Aan het einde van de week...

Een warme vrijdag voormiddag laat in oktober. De zon doorbreekt eindelijk de dunne wolkensluiers. De eerste tekenen van de herfst zijn dan toch daar. De blaadjes verkleuren en voor het laatst dit jaar misschien zitten de terrasjes in de stad nog eens vol.

Vrijdag is het markt. Een drukte van jewelste en de straten zijn bezaaid met met mensen die je anders niet tegen komt in de stad.
Waar komen ze toch allemaal vandaan?
De grijze lange jassen, de purper schijnende permanent, de geruite winkelkarretjes, kortom de klassiekers van de shaftigheid passeren één voor één op de catwalk van de volkse mens.

De zoektocht naar een interessant boek over een buitenlandse cultuur wordt erg bemoeilijkt door de drukte op de markt. Zowel fysisch als mentaal. Moeten we nog op zoek naar het interessante in een andere cultuur. Is de onze niet al meer dan voldoende om te onderzoeken?

Allemaal vragen die de ik me zich op een vrijdagmorgen niet wil stellen maar ondanks alles toch mijn gedachten doen afdwalen.

De openstaande poort van het stadspark lonkt alsof het de hemelpoort is. Alle kansen moeten gegrepen worden om op dit moment aan de gekte van de stad te ontsnappen.

Ik stap het stadspark in. In de verte komt er gezwind een jonge vrouw aangefietst. Zal ze glimlachen als ze voorbij fietst? Ik gok op "ja". Mijn gok lijkt ditmaal de juiste te zijn.
Voor even dan toch.

Plots hoor ik een schelle fluittoon en een "halt"-geroep. Ik draai me om en zie dan dat een agent de jonge vrouw doet stoppen.
Dit wordt boeiend!
Ik zet me even op de bank aan de doorgang in het park. Een discussie ontstaat tussen de agent en het meisje.
Na een beetje heen en weer geroep neemt de agent zijn boekje en noteert hij de naam van het meisje.

Ik vraag me af of hij ook haar telefoonnummer heeft genoteerd?

De politie, uw vriend...